Delorentos – Night Becomes Light (3,5/5)
Breekbare morgenstond
Naast Guinness, vrolijke voetbalfans en groen gemutste kabouters heeft Ierland ook op muziekgebied heel wat te bieden. Zo brengt het viertal van Delorentos al een dikke tien jaar met wisselend succes platen op de markt met breekbare poprock die aansluit bij de stadsgenoten van Villagers en The Thrills. Met een bandnaam die eerder doet denken aan een bevrijde slavenstad uit Essos (zie Game Of Thrones) zijn deze heerschappen vastberaden om met hun laatste plaat de grote doorbraak in de rest van Europa te forceren.
Night Becomes Light wordt langzaam wakker met Home Again. Zonder grootscheepse composities weet frontman Kieran McGuinness – kan het nog Ierser!? – ons te raken met zijn fragiele vocals. Op het einde bloeit de openingstrack volledig open om naadloos aan te sluiten op wat volgt. Bij Show Me Love valt meteen op hoeveel hit-potentieel Delorentos bevat. Het is vreemd dat Studio Brussel deze band nog niet heeft opgeëist als eigen ontdekte goudklomp. Want als Bear’s Den en Bastille uren airplay te veel krijgen dan mag Delorentos daar als frisse afwisseling zeker tussen geprogrammeerd worden. Forget The Numbers en Too Late doen verder op hetzelfde elan. Kieran en co grossieren in deuntjes zonder kapsones die thuishoren op de grote festivalpodia ergens rond vier uur in de namiddag. Met Valley Where The River Runs zitten we over de helft. Deze song meandert van bron tot monding als een waarachtige waterloop zonder overdrijven. Klotsend gedrum en licht golvende riffs zijn hier ons deel. I Will Not Go en Fits (Too Drunk to Drive) schakelen weer een versnelling hoger waardoor deze plaat grotendeels gespaard wordt van de gevreesde chasse patate. Met Dublin Love Song, een ode aan de liefde met de Ierse hoofdstad als decor, is de cirkel rond.
Delorentos zou een ideale opwarmer zijn voor grote formaties als The Killers en Band Of Horses. Chokri, u weet wat u te doen staat man!
(BG)