King Hiss – Mastosaurus (5/5)
Beestig mooi gedrocht
Hoezee, hoezee,… zijne koninklijke hoogheid van de Belgische stonerrock is terug. Twee jaar na hun oerdegelijke debuutplaat Sadlands zijn de heerschappen van King Hiss back (van nooit echt weg geweest) met een kakelverse schijf. En het mag gezegd, geroepen en getierd worden: Mastosaurus is een monsterlijke morzel metal van buitenaards formaat geworden. Ééntje die zonder verpinken kan wedijveren met het werk van genregenoten uit binnen- én buitenland. Met dit materiaal en een live-reputatie waar je een Royal Albert Hall op kan bouwen, lonken Jan Coudron (zang), Joost Noyelle (gitaar), Dominiek Hoet (bas) en Jason Bernard (drums) naar een groter publiek. De welgekomen airplay in Goe Vur In Den Otto op StuBru is al een feit. Nu de rest nog.
‘Row, row, row your boat / gently down the stream / merrily, merrily, merrily, merrily, /
life is but a dream’. Met dit kinderversje op de achtergrond wordt het album op gang getrokken. Opener Homeland bouwt met onheilspellende riffs geduldig en gestaag op. We horen een mengeling van Mastodon, Gojira en Queens Of The Stone Age doorheen deze gelaagde track. Tourniquet en Black Sea, Slow Death zijn vintage King Hiss. De strofes die doorspekt zijn met gevatte lyrics sluiten naadloos aan op de strakke ritmische refreinen. Beide songs zullen met zekerheid uitgroeien tot crowdpleasers die uit volle borst meegebruld worden. We Live in Shadows is een specialleke. Nummer vier van de plaat wil zich titelgewijs niet meteen prijs geven. Opzwepende riffs drijven frontman Jan tot het uiterste. Gelukkig waren zijn stalen stembanden gesmeerd en stonden ze bij de opnames op het scherpst van de snee.
De titeltrack is een robuuste loeder van wereldformaat die je met huid en haar opslokt om je daarna onverbiddelijk uit te spuwen en badend in het angstzweet achter te laten. Dit is het zwaartepunt van het album en zonder overdrijven krijgen we er vernielzuchtige trekjes van. De repeat-knop is de eerste die er moet aan geloven. ‘Mastosaurus, come on and break my chains’ krijst Coudron met veel overgave. Bij Stuck in A Hole is er ruimte voor een streepje akoestische gitaar à la Alice In Chains. Joost en Dominiek hebben weer riffjes gesmeed als goudsmeden die blinkende broches maken met een passie voor perfectie. Egomaniac, de kortste krachttoer van de tien tracks tellende trap in onze radijzen, vlamt als op hol geslagen Ford Mustang door tot hij na een dikke twee minuten met een slingerende solo stil valt. Veel tijd om te bekomen van de piepende banden is er niet want Killer Hand geeft ons op het einde nog een loeiharde lap rond de oren. Jason laat zijn drums nog één keer met de nodige uppercuts dreigend uit de hoek komen. Het Mastosaurus-beest wordt over de hele lijn nog een laatste keer volledig vrijgelaten. Nu weten we ook dat we moeten opletten voor de zware rechtse van Jan, moeha. Bij Requiem For The Lost is de cirkel rond. We krijgen een doordringende pianoversie van de mainriff van Homeland (aka de openingstrack) voorgeschoteld. Christophe Deschamps, een vriend van de band, werd gevraagd om dit potige postludium in te spelen. Een keurig einde van een beestig mooi gedrocht van een plaat.
Maandag 31/10 wordt Mastosaurus van zijn kettingen ontdaan en gelost op de wereld. Dit gaat gepaard met een niet te missen releaseshow in De Kreun. Hoppa, allen daarheen!
(BG)