Cd-review: The Hickey Underworld – Ill (4/5)
Een ziekelijk zinderende zweepslag
Als het aan de lieden van The Hickey Underworld lag, hadden ze nu al volledige werelddominantie en zwommen ze in een zwembad vol geld. Twee zaken die als Belgische band niet gemakkelijk te bereiken zijn. Edoch doen de mènnen uit Antwerpen een mooie gooi naar eeuwige roem. Jonas ‘Welp’ Govaerts moest zijn gierende gitaar gedwongen door medische redenen aan de haak hangen en werd niet zomaar snel vervangen door de eerste de beste. De grote Tim Van Hamel vervoegde de rangen en een derde plaat kon worden opgenomen. Ill is een kanjer geworden waar hun überhit Future Words bij verbleekt.
De schijf start naar Hickey-normen relatief rustig. Op High School Lawyer wordt de boel met woordenrijke lyrics afwachtend op gang geslingerd. Toch zorgt de onderhuidse broeierigheid er voor dat we zeker zijn dat we ons aan veel meer mogen verwachten. Met DWAMGOZ is het dan ook meteen raak. Snedig gesnaarde gitaren en een schreeuwende frontman Younes Faltakh winden er geen doekjes om en de bands beproefd recept is een feit. We zijn wakker en de zintuigen staan zinderend op scherp. Dat het niet altijd luid en loeihard hoeft te zijn om te overtuigen, bewijzen ze bij nummer drie. Colossal No lijkt drie en een halve minuut lang de ingetogenheid zelve. Faltakh houdt zijn grunts even op zak en laat zich van zijn zweverigste kant zien. Maar schijn bedriegt en de track eindigt met een zalig kolossaal ronkende gitaar-outro. Bij Conquistador en Pegasus God Cloth gaan ze de psychedelische toer op. De laatstgenoemde krijgt er zelfs nog een mooie spacy-uitloper op de koop toe bij.
De albumhoes met de twee huppelende blote konten op hete kolen is a fine piece of art van de hand van de Britse comicschilder Glenn Fabry. Ill is duidelijk tot in detail afgewerkt. Ook Bowlegged en Chill Their Souls, die lichtjes afgekruid werden met een vatje grunge, prikkelen onze oorhaartjes. Na een dikke driekwartier wordt er gretig geëindigd met Weedgreed. De afsluitende song laat de huiskamer nog laatste keer op zijn grondvesten daveren met een partij rafelende riffs. We kunnen van een Van Hamel-effect spreken, maar dat zou afdoen aan de kunde van de originele bezetting. Het Hickey-repertorium werd aangevuld met een ruige rakker die past in het rijtje. We zijn de muziekgoden dankbaar.
The Hickey Underworld onderlijnt met deze ziekelijk zinderende zweepslag hun hegemonie in de hardere belpop-klasse.
(bg)