Parkway Drive, Killswitch Engage & Thy Art Is Murder - Vorst Nationaal Bxl
Een grootse overwinning van een subgenre
Dat degelijke metalcore-formaties enkel te vinden waren op kleine zijpodia van niet nader genoemde metalfestiviteiten of in donkere kroegen van middelgrote provinciesteden, is gelukkig al een kleine tien jaar verleden tijd. Het metalcore-patrimonium won aan aandacht en volgers. Met dank aan menig hardwerkende muzikant met een hoek af uit alle windstreken van onze aardbol. Ook al worden de Bring Me The Horizons van deze wereld door mainstream te gaan geldbejag verweten, slagen vele soortgenoten er in om op één of andere manier trouw te blijven aan hun rauwe roots. Op dinsdag 5 februari waren er in het grote Vorst Nationaal drie dankbare groepen aanwezig met het hart op de juiste plaats. De horde uitgelaten fans zorgde voor de rest.
Thy Art Is Murder (4/5) mocht al vroeg op de avond grommend de spits afbijten. Deze Aussies uit Sydney brengen deathcore op een bedje van briesende riffs. Met vier volwaardige albums en een originele sound, die naar eigen zeggen beïnvloed wordt door Gojira, Behemoth en Meshuggah, zijn deze heerschappen goed op weg om bij een volgende Europese tournee misschien zelf te headlinen. Het was even afwachten of deze extreme metal zou aanslaan in de arena van Vorst maar Reign Of Darkness en Holy War deden er geen doekjes om en sloegen harder in dan het ontslag van Joke Schauvliege.
Ook bij Killswitch Engage (4,5/5) was er geen opgezet spel te bespeuren. Dit voorprogramma, dat even goed als hoofdact naar het Europese vasteland kan afzakken, was de uitgelezen opwarmer voor wat nog moest volgen. Alle hits, van My Curse tot Life To Lifeless, werden op een dienblaadje aangeboden en volgden elkaar sneller op dan de leugens van D. Trump. Bij Hate By Design werd de onvrede over de zittende president van the USA zonder te veel blabla nog eens onderlijnd. Metalcore heeft als subgenre veel te danken aan Killswitch-jukebox én omgekeerd natuurlijk ook. Dit kon bijna niet strakker gebracht worden.
Winston McCall en zijn gevolg prefereerden een opkomst via de grote poort. Onder begeleiding dartelden de binken uit Byron Bay van achter in de zaal al highfivend door de kolkende massa naar de bühne. De Rocky Balboa’s van de metal-/hardcore scene werden als ware bokshelden ontvangen nog zonder één rake klap uit te delen, maar -daarop was het niet lang wachten. Wishing Wells en Prey deden Vorst Nationaal een eerste keer op zijn grondvesten daveren. Crowdpleasers als Carrion, Karma en Wild Eyes mochten in hun strakke set, die vooral uit tracks van Ire (2015) en Reverence (2018) bestond, niet ontbreken. De afwezigheid van dé klimaatprotestsong bij uitstek Dark Days was een minuscuul minpuntje. Met het vlammende vuurwerk tijdens Crushed en de laatste massa-moshpit, hopelijk zonder kleerscheuren en ontwrichte schouders, op de gebalde melodie van Bottom Feeder werd de dikke kers op de gelaagde taart gepleurd.
Bedankt Parkway Drive (4,5/5) en co om deze doordeweekse dinsdag in februari in te kaderen zoals het doorwinterde metalbands betaamt.
(BG)