Gorillaz
22/11/17 - Vorst Nationaal Bxl
Na 7 jaar was het nog eens zover: Gorillaz was in het land! Het eclectische ensemble met opperaap Damon Albarn, bijgestaan door een oerwoud van helpers, zorgde voor een bijna 2 uur durend oorgasme.
Op werk uit hun nieuwe plaat Humanz, een roetsjbaan van soulvolle dansnummers, rap en hip hop, was het even wachten. Een volgepakt Vorst werd eerst getrakteerd op een trip door het oudere werk. M1 A1 uit debuutalbum Gorillaz trapte de set af met “Hello, is anyone there?” waarna Last Living Souls de existentiele vraag nog wat verdiepte. De toon was gezet, Rhinestone Eyes - uit het onvolprezen Plastic Beach - sleurde ons nog wat dieper het universum van de ex-Blur frontman binnen: “Under sunshine pylons we'll meet, while rain is falling like rhinestones from the sky.”
Nu het publiek was opgewarmd bleek het tijd voor een intiem moment. Albarn liet een jonge fan de micro voor zijn Melodica – een blaasinstrument dat een kruising lijkt tussen een mondharmonica en een synthesizer – houden terwijl hij de ongelooflijk catchy tune uit Tomorrow Comes Today blies. Tijdens Every Planet We Reach Is Dead raasden apocalyptische machines over het scherm terwijl de ritmische beat het publiek in trance probeerde te brengen. Geen bekende hits uit de oude doos maar oerdegelijke nummers waarbij de toon voor de rest van het optreden was gezet: Damon Albarn als volksmenner en focuspunt van een bont gezelschap aan rasmuzikanten die ons een ganse avond in vervoering zouden brengen.
Met Saturn Barz brachten ze als eerste nummer uit het nieuwe album meteen de radiovriendelijke single. Terwijl Dancehall ster Popcaan thuis rustig zijn Jamaicaanse kruiden in een sigaret aan het rollen was, zagen we hem larger than life op het grote scherm zijn ding doen. Een live act waar – een deel van – de zang niet live gebeurt? Enkel Gorrilaz komt ermee weg. Meer zelfs, het is deel van wat hen uniek maakt. Het visuele aspect, bedacht door striptekenaar Jamie Hewlett, is bij de Britse band even fascinerend als het muzikale. Dit werd bevestigd tijdens de live show waar elk nummer zijn eigen visuele ‘smoel’ kreeg aangemeten, soms zelfs letterlijk. Het resultaat was een totaalspektakel dat zijn gelijke niet kent in de muziekwereld.
De tijd was rijp om de eerste van hun schijnbaar ontelbare oorwurmen op een in vervoering gebrachte massa los te laten: 19-2000, waarna diezelfde massa voluit kon meezingen “Get the cool, get the cool shoeshine.” De lichtvoetige melodie ging vlot over in een fantastische uitvoering van On Melancholy Hill, het moment voor verliefde koppels om elkaar diep in de ogen te kijken “Cause you are my medicine, when you're close to me” waarna het terug wat donkerder werd met El Manana uit het album Demon Days. Tijd om er de eerste keer het dak af te knallen dacht Albarn en liet Dirty Harry los op de zaal. De energieke rap en dans van The Pharcyde’s Bootie Brown wist de laatste stijve harken uit hun stoel te krijgen, waarna Peven Everett met z’n zwoele soulstem kwam om Strobelite, het beste nummer van het nieuwe album, nog beter te maken dan op plaat. Nu was de primatenpartytrein echt vertrokken en kregen we bij elk nieuw nummer een andere samenstelling van zangers en muzikanten op het podium. De enige constante was het achtergrondkoor, bestaande uit 6 van gospel doordrenkte stemmen die als engels waakten over de kwaliteit van elke song: De langgerekte groove van Seks Murder Party, het bevreemdende Out of Body en de sublieme manga visuals tijdens Garage Palace vormden één langgerekt voorspel naar megahits Stylo (met een opmerkelijke gastrol voor Bruce Willis) en Feel Good Inc. In het publiek keken mensen elkaar aan met een blik van What! The! Fuck! terwijl de zaal in lichterlaaie kwam te staan. Met het optimistische We Got The Power kregen we een Kumbaya moment voor de band het podium verliet.
Rev: Inge Vanhoorne
Een flauwe plezante fluisterde me in het oor dat de band nooit voor een bis terugkeert. Ik trakteerde hem op m’n beste Dirty Harry blik terwijl de band het podium – uiteraard - opnieuw betrad met het ingetogen Hong Kong. Na de meezinger Kids With Guns ontplofte de boel opnieuw toen de Melodica intro van Clint Eastwood werd gespeeld. Met het betoverende tweeluik Don’t Get Lost In Heaven en Demon Dayz stuurde de geniale Damon Albarn ons met een spirituele boodschap huiswaarts. Een boodschap van verbondenheid en innerlijke kracht die doorheen het ganse optreden voelbaar was. Beats en poëzie; kleurrijk en harmonieus; intens en onthecht:
“Feelings, sensations that you thought was dead.
No squealing, remember that it’s all in your head.”
Inge Vanhoorne