Lokerse Feesten 7/8/16
Een metaldag om in te kaderen
Naar jaarlijkse gewoonte organiseren ze bij de Lokerse Feesten de eerste zondag van de feestweek een machtige metaldag. Elk jaar worden mooie namen uit de hoge hoed getoverd die heel wat liefhebbers van het goed geurende genre richting het Waasland lokken. Deze keer waren de edelmetalen nog iets prominenter dan voorbije edities. Met thrash-reus Slayer, een goedgemutste Limp Bizkit, de jolige bende van Steel Panther en de metalcore sensatie van het moment (en de laatste jaren) Parkway Drive zaten ze in Lokeren gebeiteld.
Toen de headliners hun avondmaal aan het nuttigen waren, hoogstwaarschijnlijk bestaande uit paardenworst met een boterham on the side en een fris slaatje mochten de lieden van Inglorious, Red Fang en Suicidal Tendencies de goed volgelopen Grote Kaai opwarmen met alles wat ze in hun mars hadden. Bij de ene was dat al iets meer dan bij de andere.
Parkway Drive (5/5)
Verpletterend
Nog voor we goed en wel beseften wat er ons te gebeuren stond, werden we overrompeld door pletwals Parkway Drive. Frontman Winston McCall en co gingen vanaf minuut één als een roedel wilde dingo’s ontembaar tekeer. Destroyer, Carrion en Idols & Anchors werden samen met de nodige steekvlammen als wildfire in het publiek gedropt. McCall was zelf ook schijnbaar aangedaan van de kolkende mensenzee die voor hem als een dolle bende moshpittend in het rondhuppelde. Crushed maakte deze tour de force met een loeiharde knal af. Down Under boven, we werden hier verpletterd nog voor we halverwege waren.
Steel Panther (4/5)
Haarfijne humor
Strak en met een beautycase vol onzin en oneliners kwamen Michael Starr en zijn zootje ongeregeld met de nodige gespeelde pretentie het podium op gestapt. De populariteit van Steel Panther kent de laatste jaren een steile opgang en dat was duidelijk merkbaar aan het oorverdovende applaus waarmee deze haarfijne heerschappen onthaald werden. Klassiekers als Girl from Oklahoma, 17 Girls in a Row en Death to All But Metal maakten er wederom een geslaagde gimmick van. Tussendoor werd de boel traditiegetrouw opgeleukt met een gratuit-blote-tettenmoment. Voor wie deze passage gemist heeft, op 12 oktober houden ze nog eens halt in de AB.
Slayer (4/5)
Naar de slachtbank
Oerdegelijk en zonder verpinken werkte Slayer één van de betere sets van de avond af. Onverstoorbaar en met wapperende manen in de lichte avondbries werden we op de tonen van Repentless, Post Mortem en Disciple als trouwe volgelingen naar de slachtbank geleid. De grote metalclassics Seasons of the Abyss, Raining Blood en Angel Of Death, die opgedragen werd aan hun overleden gitarist Jeff Hanneman, waren het perfecte toetje van een fantastische festivaldag. Want wat daarna kwam was allesbehalve de hoge verwachtingen waard.
Limp Bizkit (2,5/5)
Hitmachine met vissershoedje toont twee gezichten
Als een grote meneer kwam Fred Durst met een vissershoedje schuin op het hoofd en een NY-baseballtenue de bühne op gewaggeld. Limp Bizkit begon veelbelovend en een gemaskerde Wes Borland kon zo bij Slipknot solliciteren. Boiler, Rollin’ en My Way werden met nodige scherpte en trots de massa ingejaagd. Bij My Generation ging Durst zelfs het publiek met heel wat high fives van dichtbij gaan begroeten. Maar dan liep het fout. De oneliners, waar Geert Hoste zelfs zijn hand niet zou voor omdraaien, raakten afgezaagd en Limp maakte er vakkundig een zootje van. Lange intermezzo’s, onnodige classics gedraaid door de DJ Lethal zelve, half afgewerkte songs (Behind Blue Eyes) en ontoelaatbare covers (Heart-Shaped Box en Smells Like Teen Spirit). Noodgedwongen verlieten we de Grote Kaai met een jeugdheld minder om te adoreren. Muchos Gracias, Fred!
(BG)