Parkway Drive @ AB Brussel 16/02/2016
Schreeuwen in koor… op de Parkway Drive-rollercoaster
Parkway Drive is samen met Tame Impala zowat het beste Australische exportproduct sinds Neighbours, Skippy the Bush Kangaroo en AC/DC. In de Zwaarste Lijst van 2015 moest Thunderstruck zelfs Dark Days, als sterkste stijger in het rijtje goddelijke gitaarriedels, net onder zich dulden. Dit om maar eens te schetsen hoe populair deze sympathieke snuiters uit Byron Bay tegenwoordig zijn. Heel wat van onze kennissen dweepten al langer met het almachtige Parkway Drive en dat moesten we toch eens met onze eigen ogen zien. Hun passage in de beste zaal van het land was een uitgelezen moment om dat te bewerkstelligen.
Het voorprogramma werd tot in de puntjes verzorgd door niet één maar twee knallers van formaat. Thy Art Is Murder en Architects warmden de toestromende massa met enkele straffe strepen metalcore op. Beide bands kunnen binnen the scene op heel wat respect rekenen en worden dan ook door menige bands met naam en faam meegenomen op tournee.
Voor we het swingende dansfeest van de Aussies van een gepaste bespreking voorzien eerst even dit. Naast het optreden zullen allen die op deze doordeweekse dinsdag present tekenden in de Ancienne Belgique zich iets anders nog lang herinneren. Het publiek werd hier tussen het voorprogramma en de hoofdact niet zomaar lauwtjes opgewarmd met een lukraak samengestelde lijst van plaatjes die op weinig aandacht, laat staan meezingmomenten, kunnen rekenen. De lieden van Parkway Drive hadden een horde hits achter elkaar gezet die de decibelparameters gewillig in het rood deden dansen. The Final Countdown van Europe, Don’t Stop Believing van Journey en Bohemian Rhapsody van… u weet wel, werden iets luider gezet dan de doorsnee opwarmlijst en zorgden voor heel wat smiles of meekwelende monden. Een eerste hoogtepunt was een feit en het groepsgevoel kon nu al niet meer stuk.
Met hun laatste plaat Ire hebben brulboei bij uitstek Winston McCall en co samen met de rest van hun degelijke discografie genoeg materiaal om er een aantrekkelijke avond van te maken. Onder heftig gejuich besteeg het vijftal van achter een doorzichtig zeil de Brusselse bühne. Destroyer en Dying to Believe zorgden meteen voor een begin om van achterover te vallen. De vuisten werden gebald en de spierballen opgepompt, de metaltrots van Down Under had zijn start niet gemist en was zelf danig onder de indruk van hun kudde losgeslagen Belgische volgers die voor hun neus de AB tot in het diepste fundament deden daveren. Met Carrion en Idols and Anchors, twee PD-classics uit Horizons (2007), kregen ze de laatsten die nog niet overtuigd waren ook mee. Vanaf dan konden deze hardcore-helden de cruise control-knop indrukken. Maar Parkway Drive zou Parkway Drive niet zijn als ze er in de tweede helft niet nog dikke schep bovenop deden. Oud en nieuw gerief werden bijna naadloos met elkaar afgewisseld. Dark Days en Swing zorgden voor kolkende moshpits in alle maten en gewichten en op een crowdsurfer meer of minder werd ook niet gekeken. Volgens ons hebben hier weinig collega’s van het hardere genre iets op terug. Tussendoor gaf McCall, die momenteel met een geblondeerde haardos even geloofwaardig staat te schreeuwen als anders, enkele positieve boodschappen, about friendship and good feelings, om te koesteren. In de bisronde maakten Crushed en Home Is For The Heartless deze ruige rollercoasterrit met zes dubbele loopings compleet.
‘See you this summer, guys!’
Rev - pics (BG)