The Melvins – John Spencer – Shitkid
21 oktober 2018 – De Kreun Kortrijk.
Om exact 19:30 uur mocht Shitkid de aftrap geven in een totaal uitverkochte zaal.
Er verschijnen op het podium twee jonge meiden met gitaar en basgitaar. Een elektronische drum wordt opgestart door de bassiste en we zijn vertrokken. Een simpel basritme zoals we meermaals te horen kregen door verschillende bands tijdens de new-wave periode wordt ingezet. Scherpe gitaarakkoorden vergezeld van zangpartijen doen mijn mond openvallen.
Shitkid zijn scandinavische meisjes die goed naar Duitse new-wave hebben geluisterd. Er wordt vals gezongen dat het geen naam heeft, maar blijkbaar vormt dat geen probleem. Voor mij dus wel. Na het tweede nummer word ik getroffen door een plotse aanval van dorst en een onbekende kracht drijft mij richting bar. Dat blijkt mijn redding te zijn.
Na dertig minuten trommelvliezenfoltering hoor ik de eerste klanken van de volgende act: John Spencer. Voor de meesten onder ons is dit geen onbekende. Ooit zag ik hem aan het werk met zijn Blues Explosion op Pukkelpop. Van blues was geen sprake, wél van strakke garagerock.
Gelukkig is John vergezeld door drie muzikanten. Een drummer, een toetsenist en een percussionist.
Dit zootje ongeregeld brengt het eerste halfuur iets ten gehore waarbij mijn lichaamshaar, uitgezonderd mijn hoofdhaar, gaat rechtstaan. Neen, ik word niet gepakt door muzikale schoonheid maar door iets dat ik moeilijk kan verklaren. Ik hoor een speelgoedorgeltje, de percussieman die met een hamer (!) op een metalen plaat en veer timmert en mijnheer Spencer zelf die niet door heeft dat er zes snaren op zijn gitaar gespannen zijn. De zangpartijen(?) worden meer gesproken dan gezongen. Plots is er hoop. Er komt stilaan respons door de aanwezigen want John brengt wat oud herkenbaar werk. Maar voor mij is de boot reeds gezonken. Ik merk méér volk aan de bar op.
Alle hoop om de avond te doen slagen ligt in het kamp van The Melvins. Een viertal verschijnt. Gitaar, twee basgitaristen en een drummer.
Er wordt afgetrapt met ‘Sesame Street Meat’. Het geluid in de benedenzaal is in orde. De samenzang zit zeer goed. De gitaarklank staat als een huis. Eén bassist vormt samen met de drummer een muur van geluid terwijl de andere bassist met behulp van effectpedalen een wolk creëert rond de melodie. Origineel en het werkt nog ook. ‘At The Crawl’ wordt ingezet. Aan de typische onregelmatige mokerslagen wordt hier snel duidelijk dat dit viertal in bloedvorm verkeert. Bij ‘The Kicking Machine’ mag de geweldige drummer zijn duivels ontbinden. Wat een kracht. Bij ‘Anaconda’ worden alle registers opengetrokken. Een gitaarriff ‘in your face’. ‘Let It All Be’ zet dan weer de zaal in beweging. De hel breekt los bij ‘Honey Bucket’. Rock ’n roll ten top! De sitar kondigt ‘The Bit’ aan. Een trage agressieve song met een Sabbath-achtige gitaarriff. ‘Don’t Forget To Breathe’ is een nummer met een groot blues gehalte door het slepende ritme maar steekt prachtig in elkaar. Een van de beste songs van de avond.
‘Onions Make The Milk Taste Bad’ heeft een licht Primus-gehalte. Weird.Daarna wordt alle opgekropte energie losgelaten tijdens het instrumentale ‘The Talking Horse’
In ‘Evil New War God’ zijn de onvermijdbare mokerslagen terug. Het drumwerk is werkelijk subliem.
Er vallen die avond zes covers te horen: ‘Saviour Machine’ (David Bowie) , ‘What They Say’ (Red Kross) , ‘Sway’ (The Rolling Stones), ‘Moving To Florida’ (Butthole Surfers), ‘Stop’ (James Gang), en ‘Rebel Girl’ (Bikini Kill) waarbij Shitkid te gast mag zijn.
Als laatste nummer wordt ‘So Long, Farewell’ gebracht. Een luid ‘traag’ afscheid van deze uitzonderlijke band.
The Melvins worden bij de grondleggers van de grunge gerekend. Dit klopt niet helemaal want The Melvins zijn van alle markten thuis. Punk, seventiesrock, grunge, alternatieve rock, experimenteel…Overal drukken ze hun stempel.
Hun eerste schijf kwam uit in 1984 en in 2018 brachten ze hun vierenvijftigste plaat uit, EP’s, verzamelaars en liveplaten inbegrepen. Stoppen moeten ze van mij nog lang niet.
Keep on rockin’, Buzz!
(Guido Grymonprez)