Review W-Festival – Wortegem-Petegem, 23/08/2016
New wave revival
De allereerste editie van het New Wave festival in het Oostvlaamse Wortegem-Petegem (tussen Waregem en Oudenaarde) was meteen een zomerse voltreffer. Niet alleen was het bloedheet,
maar ook de gedurfde affiche en puike organisatie zorgden ervoor dat het zwarte volkje volop aan hun trekken kwam. Het festival was mooi opgedeeld in een Belgisch luik op de middag en het internationale luik in de vooravond tot ’s nachts.
Van de Belgische bands zag ik er maar 2 want ik was pas om 14u aanwezig, net toen Limburgse revelatie Whispering Sons zouden starten. De beide voorgaande groepen waren The Serious Five en Portrait B, maar afgaande op het aantal aanwezigen om 14u, zullen die bands maar voor een handvol mensen gespeeld hebben.
Gelukkig was ik er dus wél voor de winnaars van de recentste Humo’s Rock Rally, de jonge wolven van Whispering Sons (gemiddelde leeftijd 23 jaar), met een fenomenale zangeres: het frêle, blonde meisje Fenne Kuppens die met haar meest donkere stem als een ware frontvrouw deze groep draagt.
Deze postpunk band – met invloeden van The Sisters of Mercy en Joy Division – bestaan nog maar een 3-tal jaar maar maken wel een blitz-carrière. Vorig jaar wonnen ze ook de finale van de Brusselse Rockrace, dit jaar dus Humo’s Rock Rally en volgende maand start hun Europese tournee.
Recente optredens op Pukkelpop en nu W-Festival vielen telkens omstreeks het middaguur,
maar daar komt ongetwijfeld snel verandering in, want zij zijn de gedoodverfde nieuwe vaandeldragers van de New Wave. Misschien straks op het heropgestarte Sinner’s Day in Hasselt ?
Daarna kregen we één van de oudste Belgische punkbands op het podium met De Brassers.
Deze ouwe snaken zien eruit alsof ze net uit het Limburgse rusthuis zijn ontsnapt, door hun zoon (gitarist) opgeschept in een minibusje en rechtstreeks op het podium gedropt.
Zeer doorleefde Nederlandstalige teksten, maar spijtig genoeg een beetje afgeleefd optreden.
Enkel zanger Marc Poukens ziet er nog ietwat levendig uit en probeert zijn live-act wat animo te geven. Het nog steeds schaars aanwezige publiek zoekt de schaduwzone helemaal vooraan het podium op waardoor het lijkt alsof de échte fans hun groep komen aanmoedigen, maar dat is slechts een poging om wat verkoeling te vinden. Snel terug naar de eetzaal van het rusthuis voor de koffie…
Daarmee waren de inheemse groepen de revue gepasseerd en was het tijd voor de bekendere internationale acts, of zoals Heaven 17 het omschreef na hun eerste nummer : “This is where the festival starts”.
Schertsend aangekondigd als de ‘grandfather’ of electropop, meteen gecorrigeerd naar ‘godfather’, kreeg legende Martyn Ware het publiek meteen aan het dansen met opener “Being Boiled”.
Zanger Glenn Gregory bracht deze The Human League klassieker wel overtuigend maar muzikaal klonk het wat flets. Maar daarna volgden een resem hits als "Temptation", "Come Live with Me", "Crushed by the Wheels of Industry” en "(We Don't Need This) Fascist Groove Thang", wat dus voor een eerste (dans)feestje zorgde in de blakende zon. Zeker ook te vermelden : de steengoeie backing-vocals én de gesmaakte David Bowie cover “Boys (keep swinging)”.
Jammer genoeg ging het daarna terug bergafwaarts met het optreden van Scritti Politti.
Zanger Green Gartside met zijn typisch hoge stemgeluid (waar nog geen sleet op zat), kende zijn eigen teksten niet (meer) van buiten en moest zich dus behelpen met een pupiter en losse blaadjes tekst die zo nu en dan wegwaaiden waardoor de song stokte. Wat een afgang was dit voor een al bij al nooit zeer populair reggaepop-bandje en dus totaal overbodig op deze affiche.
Enig te vermelden feit : enige vorm van herkenning bij de hitjes “Absolute”, “Wood Beez (Pray Like Aretha Franklin)”, “Perfect Way” en “The Word Girl”.
Hoog tijd dan voor een eerste hoogtepunt van de dag met zangeres Sian Evans van Kosheen.
Zij begon zeer enthousiast aan haar set, met een unieke begeleiding op akoestische gitaar en contrabas, gevuld met alle bekende nummers van Kosheen, afgewisseld met nieuw werk zoals het nummer “Coming Home” wat ze schreef voor haar zoon die veel alleen achterblijft als zij op tour is.
Maar natuurlijk kregen we – weliswaar aparte want akoestische versies van – alle dubstep klassiekers van Kosheen als “Hide U”, “Harder”, “Catch” én het lekker dansbare “Louder” (ft. DJ Fresh).
Heerlijke vibe op en voor het podium, een zeer opgewekte Sian die vol spelplezier ronddartelde en haar band oppepte, zeer aanstekelijk en geweldig geslaagd concert. Méér van dat volgende keer !
Nog meer magische stemmen dan, met Marc Almond van Softcell, wiens stem bijlange nog niets van zijn pluimen verloren heeft en zijn charisma onstage al evenmin.
Bijgevolg staat de dansvloer al snel in beweging, al is dit door de hitte verre van evident.
Een opeenvolging van hits als “Tears Run Rings”, “Torch”, “Bedsitter”, en “Tainted Love” zorgden voor extase in het publiek. Het nieuwere en dus minder bekende werk paste er wonderwel tussen.
Heerlijk feestje dus, net voor valavond, en dan moesten de echte headliners nog komen.
Een andere levende legende dan, Peter Hook & The Light mochten de ondergaande zon begeleiden en deden dat op een perfecte manier. Hook, ex-bassist van Joy Division en mede-oprichter van New Order, moest het zonder drummer stellen (technische problemen met vliegtuig) en startte dan maar meteen met 2 Joy Division songs (“Isolation” en “She’s lost Control), waarvan de drumpartijen nog snel in een drumcomputer konden worden geprogrammeerd. Daarna bracht hij een bloemlezing van New Order-hits zoals “Blue Monday”, “The Perfect Kiss”, “Temptation”, “Fine Time”, “True Faith”, “Bizarre Love Triangle” en “Your Silent Face”. Alweer super dansbaar allemaal, het leek stilaan op een ouderwetse 80-ies fuif daar in Wortegem. Bijzonder was ook dat er 2 bassisten op het podium stonden, Hook zelf natuurlijk maar tijdens diens zangpartijen moest de 2e bassist de taak overnemen.
Het Duitse collectief Alphaville had de eer om dit eerste W-Festival af te sluiten, al was er ook sprake van een verrassingsact op het einde.
De band komt live steviger uit de hoek dan we ze kennen vanop plaat, met een goede gitarist, gloednieuwe bassiste Alexandra Merl en een jonge maar talentvolle keyboardspeler.
Zanger Marian Gold heeft de blokjaren al bereikt, ziet er wat dikker uit en raakt ook al sneller buiten adem of niet meer aan de hoogste noten, maar toch slaagt deze synthpop-band erin om een prachtige set neer te zetten met hits als “Sounds like a Melody”, “Forever Young” en “Big in Japan”.
Hoewel de setlist opgebouwd werd met eerst wat nieuwer en onbekender werk, was ik toch onder de indruk van de live-performance van Alphaville.
De uitgekiende lichtshow in combinatie met de videowall gaven het geheel een serieuze meerwaarde, een headliner waardig.
De surprise act kwam er dan met Peter Slabbynck van EX-RZ (Red Zebra) die nog een 3-tal nummers mocht brengen om de nacht in te gaan.
Al bij al een zeer geslaagde 1e editie en hopelijk volgend jaar meer van dat !
Stefaan Delagrange