Queens Of The Stone age @ Sportpaleis (16/11/17) (4/5)
Grensoverschrijdend goed gespeeld
Betrouwbaarder dan een woestijnrots, onverwoestbaar als brok graniet, strakker dan een saflet van Floyd Mayweather… zijn maar enkele van de superlatieven die we al twintig jaar lang op stonerrock-keurmerk QOTSA kunnen plakken. Ook in het Sportpaleis waar ze na hun passage in 2013 voor de tweede keer de boel uitverkochten konden Homme en zijn gevolg moeiteloos overtuigen. Met een driegangenmenu, waarbij de volle zeven albums werden aangeboord, dokkerden deze woestijnratten op automatische piloot zonder gordel doorheen een goedgevulde setlist.
Het voorgerecht bestond uit het drieluik If I Had A Tail, Monsters In The Parasol en My God Is The Sun. Vooral de laatste kon de kolkende menigte vroeg in de avond naar een eerste kookpunt brengen. Het geluid van het Sportpaleis, waar al heleboel wetenschappelijke studies aan gewijd zijn, werd hier en daar nog bijgesteld en QOTSA was klaar voor een stomende vertoning stonerspektakel ten berde te brengen.
De hoofdschotel werd na een dik kwartier ingezet met het fantastische Feet Don’t Fail. De opener van hun laatste worp Villains laat niemand ongevoelig. Jong en een heel stuk ouder lieten de voeten gewillige meetikken bij het aanhoren van het opzwepende ritme. The Way You Used To Do golfde meteen daarna verder op de gezette sfeer. Met een scherp oor voor detail werden de songs als grote waterballonnen in het publiek gedropt.
De schoof met de klassiekers bleef niet lang gesloten. You Think I Ain't Worth a Dollar, but I Feel Like a Millionaire en dé grootste hit bij uitstek No One Knows werden met de nodige overgave naar voorgeschoven. De overbodige drumsolo haalde de vaart jammer genoeg ietwat uit het nummer. Maar toen de band de boel terug in handen nam, kon het feestje, die intussen her en der aan de gang was, verder gezet worden. Regular John, het oudste nummer van de avond, bediende de fans van het eerste uur op hun wenken. De hoofden, allen in dezelfde richting, bleven niet statisch stil staan en er werd uitvoerig meegezongen. Fortress, al bij al een mooie passionele rockballad, en Smooth Sailing haalden de vaart voor de tweede keer uit de set. Maar iets later kon het drieluik Little Sister, Sick Sick Sick en Go With The Flow de iets mindere momenten vlot doen vervagen in de nevel van de koude novemberavond. De op elkaar gepakte massa op het middenplein ging van voor naar achter en van links naar rechts. Heerlijk om dit schouwspel van op het eerste balkon gade te slaan.
Na 44 jaren leven aan honderd per uur heeft Josh al wat meer moeite om de hele hoge noten (I Sat By The Ocean) te geraken. Maar hij blijft een heerser pur sang, dé Ginger Elvis, een rocker van en voor het volk. Ook de gitaarsound stond aan de stille kant waardoor sommige riffs in het spreekwoordelijke water vielen. Edoch werd het gros van de rauwe partituren grensoverschrijdend goed gespeeld en de sobere flexibele lichtpilaren zorgden voor een extra touch.
Het dessert werd verschroeiend ingezet met Head Like A Haunted House, één van de beste pegels van de laatste worp. Daarna volgde de oerklassieker I Think I Lost My Headache en het loeiharde A Song For The Dead als kers op de goed doorbakken taart. Beter kon QOTSA niet afsluiten.
De tiende keer Queens Of The Stone Age was, op een paar details na, wederom een voltreffer. Een ticket kopen voor dit soort bands, dat is een gegarandeerde win-winsituatie. Gelijk waar ze hun goddelijke gezangen en ragfijne riedels te berde brengen.
Tot volgend jaar!
(BG)