Radiohead @ Main Square Festival (4,5/5)
Legendarische live-reputatie wordt bevestigd zonder grootste klassiekers
Main Square Festival te Arras is en blijft een geval apart in vergelijking met het gros van zijn Belgische collega’s. De feeërieke grote markt van de Noord-Franse stad werd enkele jaren geleden ingeruild voor de historische site van de Citadelle Vauban die logistiek veel meer mogelijkheden te bieden heeft. Een perfect decor om excentrieke topbands te programmeren. En dan denken wij meteen aan niemand minder dan Radiohead.
Op de laatste dag van editie 2017 werden enkele puntige subtoppers geprogrammeerd om een uitverkocht festival op te warmen voor de headliner. Rond 15.30u mocht Mark Lanegan (3,5/5) vanop de Main Stage met zijn grofkorrelige schuurpapieren stembanden de vermoeide zielen wakker schudden uit hun middagdutje. Een mak publiek met hier en daar een superfan die met het vermanend vingertje andere festivalgangers probeerde stil te leggen, kon de moeilijk verteerbaar mastodonten van songs wel smaken. Jammer genoeg werd de volumeknop van Lanegans stem niet volledig open gedraaid en door de gelaagde melodieën op de achtergrond gedrukt. De Darth Vader-achtige ‘thank you’s’ kwamen wel toe. Spoon (4/5) kon iets later op het tweede podium op heel wat aanwezigen rekenen. Met mondjesmaat en wat frivoliteit lepelden ze hun hippe indie rock riedels binnen bij iedereen die wilde proeven. Meer airplay op Vlaamse radio zou de populariteit van deze Amerikanen uit Austin alleen maar doen stijgen. Met Savages (4/5) kreeg Radiohead een atypisch voorprogramma. De vier dames uit Londen hebben reeds twee dijken van platen afgeleverd waar ze live uit kunnen kiezen. Frontvrouw Jehnny Beth ging schreeuwend en crowdsurfend als een kleine maar krachtige pletwals over de drummende massa.
Zonder enige aankondiging en met de grote projectieschermen op zwart kwamen de heerschappen van Radiohead iets later dan verwacht de Main Stage opgewandeld. Opener Daydreaming, zowat het enige dat deze tournee onveranderd bleef aan de setlist, greep ons meteen bij het nekvel. De binnenkoer van de Citadelle werd overspoeld met melancholie en de fans smulden lekker mee. Thom Yorke en zijn gevolg huppelden ongedwongen door hun discografie van album naar album, van klassieker naar obscuurder werk. Zo werden My Iron Lung, Myxomatosis en All I Need zonder verpinken achtereenvolgens naar voor gebracht. There There zorgde op zijn beurt voor het eerste uitgelaten meezingmoment. Er werden een stel extra trommels bij gesleurd om de klassieker uit Hail To The Thief (2003) nog wat kracht bij te zetten. Bij The Gloaming, eveneens uit Hail To The Thief, kregen ze tot twee keer toe te maken met technische problemen. Na wat binnensmonds gevloek werd de song afgebroken en herpakten ze zich met het meer toegankelijke The Numbers. Exit Music (For a Film) kreeg het publiek volledig op de knieën. Het werd muisstil en we zweefden mee op het buitenaards geriedel. No Surprises zette de eerste bisronde in met de nodige toeters en bellen. De oerklassieker werd met een korte inleiding opgedragen aan de Brexit, die niet op de goedkeuring van Radiohead moet rekenen. De lyrics: ‘Bring down the government/ they don’t, they don’t speak for us’ werden dan ook uit volle borst meegezongen. Dat Thom zeer toonvast door de setlist freewheelde was ondertussen duidelijk. Maar bij Nude, waar zijn vocals volledig in hun blootje worden gezet, heeft hij moeiteloos bewezen dat hij bij de beste frontmannen aller tijden hoort. Meer kippenvel konden we niet meer krijgen. Het uiteenlopende You And Whose Army? en Paranoid Android maakten de boel in schoonheid af.
Geen Karma Police, geen Street Spirit en geen Creep. Radiohead bewees wederom met een oerdegelijk optreden dat ze geen Foo Fighters of Muse (met alle respect want dit zijn ook twee toppers!) zijn die hun fans de ene hit na de andere voorschotelen op een bedje van lange gitaarsolo’s. Er zijn maar weinig formaties van dit niveau die hun live-reputatie kunnen bevestigen zonder al hun grootste klassiekers als parels voor de zwijnen te gooien. Radiohead blijft al twintig jaar zichzelf en zonder gehypet te worden, blijven ze onmetelijk populair bij menig muziekliefhebber.
(BG)
(4,5/5)
Legendarische live-reputatie wordt bevestigd zonder grootste klassiekers
Main Square Festival te Arras is en blijft een geval apart in vergelijking met het gros van zijn Belgische collega’s. De feeërieke grote markt van de Noord-Franse stad werd enkele jaren geleden ingeruild voor de historische site van de Citadelle Vauban die logistiek veel meer mogelijkheden te bieden heeft. Een perfect decor om excentrieke topbands te programmeren. En dan denken wij meteen aan niemand minder dan Radiohead.
Op de laatste dag van editie 2017 werden enkele puntige subtoppers geprogrammeerd om een uitverkocht festival op te warmen voor de headliner. Rond 15.30u mocht Mark Lanegan (3,5/5) vanop de Main Stage met zijn grofkorrelige schuurpapieren stembanden de vermoeide zielen wakker schudden uit hun middagdutje. Een mak publiek met hier en daar een superfan die met het vermanend vingertje andere festivalgangers probeerde stil te leggen, kon de moeilijk verteerbaar mastodonten van songs wel smaken. Jammer genoeg werd de volumeknop van Lanegans stem niet volledig open gedraaid en door de gelaagde melodieën op de achtergrond gedrukt. De Darth Vader-achtige ‘thank you’s’ kwamen wel toe. Spoon (4/5) kon iets later op het tweede podium op heel wat aanwezigen rekenen. Met mondjesmaat en wat frivoliteit lepelden ze hun hippe indie rock riedels binnen bij iedereen die wilde proeven. Meer airplay op Vlaamse radio zou de populariteit van deze Amerikanen uit Austin alleen maar doen stijgen. Met Savages (4/5) kreeg Radiohead een atypisch voorprogramma. De vier dames uit Londen hebben reeds twee dijken van platen afgeleverd waar ze live uit kunnen kiezen. Frontvrouw Jehnny Beth ging schreeuwend en crowdsurfend als een kleine maar krachtige pletwals over de drummende massa.
Zonder enige aankondiging en met de grote projectieschermen op zwart kwamen de heerschappen van Radiohead iets later dan verwacht de Main Stage opgewandeld. Opener Daydreaming, zowat het enige dat deze tournee onveranderd bleef aan de setlist, greep ons meteen bij het nekvel. De binnenkoer van de Citadelle werd overspoeld met melancholie en de fans smulden lekker mee. Thom Yorke en zijn gevolg huppelden ongedwongen door hun discografie van album naar album, van klassieker naar obscuurder werk. Zo werden My Iron Lung, Myxomatosis en All I Need zonder verpinken achtereenvolgens naar voor gebracht. There There zorgde op zijn beurt voor het eerste uitgelaten meezingmoment. Er werden een stel extra trommels bij gesleurd om de klassieker uit Hail To The Thief (2003) nog wat kracht bij te zetten. Bij The Gloaming, eveneens uit Hail To The Thief, kregen ze tot twee keer toe te maken met technische problemen. Na wat binnensmonds gevloek werd de song afgebroken en herpakten ze zich met het meer toegankelijke The Numbers. Exit Music (For a Film) kreeg het publiek volledig op de knieën. Het werd muisstil en we zweefden mee op het buitenaards geriedel. No Surprises zette de eerste bisronde in met de nodige toeters en bellen. De oerklassieker werd met een korte inleiding opgedragen aan de Brexit, die niet op de goedkeuring van Radiohead moet rekenen. De lyrics: ‘Bring down the government/ they don’t, they don’t speak for us’ werden dan ook uit volle borst meegezongen. Dat Thom zeer toonvast door de setlist freewheelde was ondertussen duidelijk. Maar bij Nude, waar zijn vocals volledig in hun blootje worden gezet, heeft hij moeiteloos bewezen dat hij bij de beste frontmannen aller tijden hoort. Meer kippenvel konden we niet meer krijgen. Het uiteenlopende You And Whose Army? en Paranoid Android maakten de boel in schoonheid af.
Geen Karma Police, geen Street Spirit en geen Creep. Radiohead bewees wederom met een oerdegelijk optreden dat ze geen Foo Fighters of Muse (met alle respect want dit zijn ook twee toppers!) zijn die hun fans de ene hit na de andere voorschotelen op een bedje van lange gitaarsolo’s. Er zijn maar weinig formaties van dit niveau die hun live-reputatie kunnen bevestigen zonder al hun grootste klassiekers als parels voor de zwijnen te gooien. Radiohead blijft al twintig jaar zichzelf en zonder gehypet te worden, blijven ze onmetelijk populair bij menig muziekliefhebber.
(BG)