Simone Simons - Vermillion
Sum 41
Francesco and The Black Swans
Meltheads - Decent Sex
Magnum - Here Comes The Rain
Five Finger Deatch Punch
Agenda
15 SEPT
Heilung
21 SEPT
Within Temptation (Nl)
25 SEPT
Sonata Arctica
25 SEPT
Battle Beast
29 SEPT
Our Last Night
01 OKT
Frog Leap
04 OKT
Within Temptation
06 OKT
Imminence
10 OKT
Trixie Whitley
11 OKT
John Coffey
13 OKT
Arch Enemy - In Flames
16 OKT
Jasper Steverlinck
18 OKT
FM
19 OKT
DI-RECT
19 OKT
Y&T 2024
20 OKT
Desertfest 2024
20 OKT
The Ghost Inside
22 OKT
Starset
30 OKT
Nick Cave
30 OKT
Kamelot
31 OKT
Accept 2024
01 NOV
Beartooth
01 NOV
Stake
03 NOV
Sepulfest
05 NOV
Sepultura
06 NOV
Dark Tranquility
08 NOV
Frank Boeijen
10 NOV
Hells Balls Belgium 2024
10 NOV
Hot Water Music
12 NOV
Hardcore superstar
14 NOV
Compact Disk Dummies
16 NOV
Helldorado 2024
17 NOV
The Last Dinner Party
17 NOV
Smash Into Pieces
19 NOV
Wardruna
23 NOV
Revolution Calling Fest
26 NOV
Beth Hart
28 NOV
Falling in Reverse - HU
28 NOV
Hippotraktor
29 NOV
Pro-pain
01 DEC
Boston Manor
06 DEC
You Me At Six
08 DEC
Cradle Of Filth
13 DEC
Evergrey
15 DEC
Kreator - Anthrax
09 FEB
Thundermother
09 FEB
Bullet For My Valentine - Trivium
10 FEB
Pantera
14 FEB
Motionless In White
15 FEB
Reverze 2025
12 MRT
Airbourne
26 MRT
Avantasia 2025
30 MRT
Samhain 2025
10 MEI
Joe Bonamassa
31 MEI
Dunk Festival 2025
08 JUN
South of Heaven Fest
10 AUG
Alcatraz 2025
17 AUG
Dynamo Metalfest 2025

Festival report: Sjock 2024

11 JUL 2024
Festival report: Sjock 2024

 

FESTIVAL REPORT – SJOCK 48

 

5, 6 en 7 JULI 2024 – GIERLE

 

Nadat we vorig jaar eindelijk een eerste keer kennis mochten maken met Sjock, was de knoop snel doorgehakt: we zouden er dit jaar opnieuw bij zijn. Bleef ons eerste bezoek beperkt tot één festivaldag, dan waren we er dit jaar drie dagen om te genieten van een heerlijk gevuld muzikaal buffet met heel veel lekkere varianten om ervoor te zorgen dat het festival ook dit jaar zijn slagzin kon waarmaken: ‘Your rock ‘n’ roll highlight of the year!’.

 

Alle factoren waren aanwezig voor opnieuw een zeer geslaagde, 48e editie van het oudste festival van ons land: een sterke en gevarieerde programmatie verspreid over drie podia (met een opvallende invasie van Down Under dit jaar), 500 vrijwilligers die in gekende, sympathieke Kempische stijl alles mee in goede banen leiden, dankbare bands en zeker ook mooi weer. Geen hitte zoals vorig jaar, maar gewoon een fijn zonnetje en temperaturen rond een graad of 20, met maar twee hele korte buitjes op drie dagen tijd. En de bezoekers van het festival in alle geuren, kleuren, stijlen en subculturen natuurlijk, want alle combitickets en ook de dagtickets voor zondag waren helemaal uitverkocht. Persoonlijke hoogtepunten waren The Pine Box Boys, Batmobile en Ray Collins Hot Club op vrijdag, Agnostic Front, Jenny Don’t and the Spurs, Ty Segall en Si Cranstoun op zaterdag en The Sadies, Bacon Fat Louis, Fifty Foot Combo, Madball en Bad Religion op zondag.

 

Dag 1 – Vrijdag 5 Juli

 

We pikken eerst een stukje van The Jesters (Main Stage) mee. Als we het accent correct hoorden, lijkt het ons een lokale band te zijn, 6 man sterk. Ze brengen stevige punk die zich leent tot meebrullen en de saxofoon zorgt wel voor iets extra. Met een goed gebrachte cover van ‘Teenage Kicks’, een van de beste nummers aller tijden, scoren ze extra punten.



Toch blijven we niet hangen, want we zijn veel te benieuwd naar Thee Scarecrows AKA (Bang Bang Stage). We zien effectief 5 vogelverschrikkers, want de bandleden hebben allen een jutezak met gezichten over hun hoofd getrokken. Met 2 man op drum en percussie, contrabas, mondharmonica, banjo en gitaar produceren de 5 stromannen een speciale, moderne countrysound waar duidelijk invloeden van blues maar ook rockabilly en pyschobilly in doorklinken. Het is vreemd maar ook heel plezant om te zien en te horen. Als er dan ook nog een gitaar bovengehaald wordt die gemaakt is uit een spade, dan kan er maar één nummer gespeeld worden: ‘Ace Of Spades’.

 

Vorig jaar verloren we meteen en voor altijd ons hart aan de Titty Twister-tent en ook dit jaar ontdekten we er weer heerlijke orkestjes. Enter The Rhythm Shakers, 3 heren en een dame uit Los Angeles die een mix van stevige rockabilly, psychobilly, soul en blues uit de jaren 50 en 60 op ons loslaten. Pompende ritmes met dank aan de drum en contrabas, snerpende maar precieze gitaarklanken en de krachtige zang van de roodharige Marlene. Haar vocalen zijn ideaal bij dit soort muziek, soms haalt ze zelfs zo krachtig uit dat het op het randje van té schel wordt maar het geeft de set alleen maar extra energie. Na een zinderende finale komt de band nog eens terug voor een nog sneller bisnummer!



Al meer dan 50 jaar gaat Cock Sparrer (Main Stage) stevig tekeer. Niets minder dan oi!/punk royalty met een vettig Cockney accent, kun je wel stellen. Gewoon good old fashioned er voor gaan. Met veel goesting en energie spelen ze zelfs nummers van hun nieuwe album. De leeftijd is natuurlijk niet hun vriend qua looks, want de skinheads van weleer zien er nu gewoon uit als kale(nde) grootvaders. Voor het podium is er wel wat animo maar het valt op dat het grote deel van het publiek er nog wat in moet komen op deze eerste festivalavond, er is veel gebabbel. De band maakte voor Sjock een uitzondering en staat er voor het tweede jaar op rij omdat het zo goed was meegevallen en er is dankbaarheid naar de festivalorganisatie en de bezoekers.

 

Opnieuw is de lokroep van het andere podium sterk en we checken The Pine Box Boys (Big Bang Stage), want beschrijvingen als ‘horrorbilly’ en ‘bloodgrass’ prikkelen de verbeelding. We zien een stel rare cowboys met gitaren, banjo en rauwe zang die een mix van rockabilly, bluegrass en (outlaw) country met een donker jasje en morbide teksten brengen. Met ook nog Tuvaanse keelzang en trompet klinkt het allemaal heel intrigerend. Alsof Primus met Hank Williams III ergens op een stel strobalen samen staan te spelen, of zoiets? We houden vooral nog het zeer plezante nummer ‘Mr. Skeleton’!



De tent loopt goed vol voor de terugkeer van Batmobile (Titty Twister). De invloedrijke Nederlandse band geeft in de intro al aan 'the fastest mobile in the world ' te zijn. Het gaspedaal wordt dan ook goed ingetrapt voor een stomende pot heerlijke, felle psychobilly. De sfeer zit er goed in en de samenzang van de bassist en gitarist geeft nog extra schwung. Heerlijke nummers als ‘Rock & roll and Alcohol’ en de cover ‘Ballroom Blitz’ zorgen er voor dat de beentjes rondom ons niet kunnen blijven stilstaan!  



Nog zo’n legendarische naam is Reverend Horton Heat (Main Stage) uit Texas, onder leiding van de eerwaarde die zijn naam aan de band gaf. In de klassieke trio-opstelling zang/gitaar, contrabas en drum swingt de mix van rockabilly en psychobilly met snuifjes country, surf, punk en swingt, als de spreekwoordelijke tiet. Reverend Horton Heat, met zijn witte hemd en blauwe strikje, predikt al 35 jaar rock ‘n’ roll met hulp van zijn bassist Jimbo, aan wie hij ook een nummer opdraagt. Er wordt soms stevig gerockt, waarbij de band klinkt als op hol geslagen paarden of een denderende stoomtrein. We krijgen nog eens ‘Ace of Spades’ te horen en deze versie klinkt meer zoals het origineel en verrassend stevig. Zeer fijne set!


Voor heerlijke rockabilly moeten we bij The Delta Bombers (Titty Twister) zijn en ze worden dan ook enthousiast ontvangen. De catchy samenzang overtuigt het publiek om mee te zingen, zeker bij het bisnummer: een cover van ‘I’m On Fire’. We hoorden ook een country and western toets en hebben ons uitermate goed geamuseerd.



De klok heeft intussen middernacht geslagen en ons ineens ook 70 jaar terug in de tijd geflitst bij Ray Collins’ Hot Club (Main Stage). We hadden eerlijk gezegd nog nooit gehoord van dit 8-koppig, ouderwets rock 'n' roll orkest, inclusief piano en 3 blazers, met de haren al even strak in de plooi als hun mooie pakken. Hoewel er aanvankelijk niet overdreven veel volk voor het podium staat, zit de sfeer er van in het begin goed in. Er wordt gedanst en geswingd en dat lokt steeds meer mensen, vooral dames die hun (dans)partner naar voren sleuren. We horen vroege rock ‘n’ roll, maar ook big band en swing jazz en dat klinkt allemaal heel herkenbaar maar vooral erg aanstekelijk. Je wordt er spontaan vrolijk van en zo sluiten we de eerste dag heerlijk af.



Dag 2 – Zaterdag 6 Juli

 

We zijn nog net op tijd om een stukje Black Leather Jacket (Main Stage) mee te pikken. We horen een plezante mix van razende garagerock en classic rock waar gitaren ouderwets in de kijker staan. Typisch een band die het best tot zijn recht komt in een live-setting en ook voor enthousiasme en meezingen zorgt voor het podium.



Met een bandnaam als The Honkabillies (Titty Twister), cowboyhoeden en een drumster met vlechten hoef je niet verbaasd te zijn dat we een mix van rockabilly en country horen. De Engelse band covert ook zeer verdienstelijk ‘Get Rhythm’ van Johnny Cash en we horen die invloed ook in eigen enkele nummers. Ook een nummers als ‘Freight Train Boogie’ kon absoluut bekoren.


Er lijkt een nieuwe generatie vrouwelijke rock en punk-bands opgestaan te zijn. Ook Nobro (Main Stage) uit Montreal, Canada bestaat uit 4 jonge vrouwen met euh…ballen. De bandnaam mag je dus ook letterlijk nemen: ‘no bro’s’. De bassiste is de leadzangeres, de gitariste zorgt voor de riffs, de drums voor een stevige beat en de toetseniste zorgt met ook nog tamboerijn en vooral bongo’s voor een extra touch. Dat geeft de punkrock van deze dames wel wat variatie. De zang is best wel catchy, maar met momenten ook wat teveel aan de schreeuwerige kant. Door de frequente samenzang is dat echter geen euvel. ‘Marianna’ doet ons wat aan The Beaches maar dan steviger denken. Subtiel of gelaagd is de band niet altijd, getuige songs als ‘Let's do drugs’ (muzikaal wel heel sterk, meer mid-tempo), ‘Set your pussy free’ en ‘Don't feel like it’, maar hun jeugdige enthousiasme werkt wel aanstekelijk. ‘I'm not dead’ klinkt als een echt anthem door driedubbele zang en een lekkere groove.



Ongetwijfeld een van de meest vertederende momenten van het festival zien we bij Toxic Shock (Bang Bang Stage). Nochtans knalt de energie van de hardcore thrash crossover zoals gewoonlijk meteen van het podium, ook al lijkt de sound niet helemaal juist te zitten (of is de stevige wind de schuldige?). De kinderen van de zanger komen plots even het podium op om te kijken wat er allemaal aan de hand is, een zalig momentje. Nadat de kinderen de weg naar de zijkant getoond werden, speelt de zanger zijn trui, bril en pet uit en zijn blote torso is precies het sein om nog harder te gaan.



Een van de minst voor de hand liggende bands dit jaar is Carrie Nation and the Speakeasy (Titty Twister). Met 6 muzikanten op het podium gebeurt er muzikaal heel veel. Met drum, contrabas, accordeon, gitaar, banjo, trompet en rauwe, doorleefde zang creëren ze een speciale sfeer. Country, bluegrass, (balkan) folk, jazz en punk, dat zit er allemaal ergens in. In tragere nummers geeft dat het gevoel van een sfeervolle, donkere saloon. In de nummers waar het tempo de hoogte in gaat, horen we vooral Gogol Bordello. Dat is de eerste 25 minuten echt fantastisch om te horen. We moeten echter ook bekennen dat het daarna een beetje teveel wordt, die georkestreerde chaos en dat volle, muzikale palet.



We moesten even bekomen en pikten pas terug in bij de tweede helft van The Domestic Bumblebees (Titty Twister). Het swingend rockabilly-trio uit Zweden zorgt voor heel wat animo, dansjes en meezingen, zeker met het bisnummer. Meer moet dat soms niet zijn.  



Met Agnostic Front (Main Stage) staat er eigenlijk al een headliner redelijk vroeg op de affiche. De New York HardCore-legenden lokken veruit het meeste volk tot nu toe naar het podium. We zien jong en oud, man en vrouw en fans van allerlei muzikale stijlen helemaal opgaan in de sing-a-longs, fingerpoints en actie in moshpit. Bij ‘My Life My Way’ zetten de crowdsurfers de security serieus aan het werk. ‘For My Family’ is natuurlijk altijd een emotioneel hoogtepunt, en frontman Roger benadrukt nogmaals dat familie op de eerste plaats komt en dat die hem in leven hield tijdens zijn 2,5 jaar durende strijd met kanker. Vinnie Stigma duikt met gitaar en al in het publiek en er wordt een circle pit rond hem gevormd. De sterke band tussen de zanger en de gitarist van het eerste uur is bijna tastbaar wanneer die laatste een liedje mag zingen. ‘Gotta Go’ geeft ons altijd weer kippenvel en dat is deze keer niet anders. Het wordt uiteraard massaal meegezongen en verspreidt de boodschap die in deze tijden nog altijd actueel is: ‘United we stand, divided we fall’. Eindigen doen ze met ‘Blitzkrieg Bop’ van The Ramones, als eerbetoon aan de band die iedereen in NY deed geloven dat het mogelijk was om iets te bereiken met punk, hardcore of metal. Moet het nog gezegd dat deze massaal meegebruld werd?



Het verschil kan nauwelijks groter zijn met Jenny Don’t and the Spurs (Titty Twister). Het viertal uit  Portland, Oregon speelt country rock, die in het begin van de set nog wat trager, duister en sferisch klinkt maar al snel een tempo hoger schakelt en meer opgetogen klinkt. Qua look is deze band echt country and western, waarbij Jenny en de andere gitarist cowboyhoeden dragen en we hemden met ruches en sterren zien. Jenny zelf draagt een jurk met glitterende rozen en sterren en witte boots daaronder en huppelt en kronkelt op bepaalde momenten over het podium. De lead gitaar klinkt heerlijk scherp met die typische country ‘twang’ en we horen soms ook stevige (garage) rock en honky tonk-invloeden. Wat een heerlijke set, die ook mooi opgebouwd is met een afwisseling tussen snellere en tragere, melancholische nummers.



Het is een ‘Nice Day To Go To The Pub’ maar gelukkig kunnen we Cosmic Psychos (Main Stage) gewoon hier aan het werk zien. De ervaren rotten brengen stevige power punk rock en eens het rock ’n’ roll trio het gaspedaal heeft ingeduwd, wordt dat niet meer losgelaten. Een sterke performance van deze Australische helden.



What's in a name? The Country Side of Harmonica Sam (Titty Twister) geeft al weg dat we pure country voor de kiezen zullen krijgen. De 4 muzikanten in mooie rode pakken en witte hoeden leggen de basis voor Sam zelf in zijn groene pak en brengen een heerlijke sfeer naar de saloon…euh, tent.



Wanneer Ty Segall (Main Stage) aangekondigd wordt, verwoordt de presentator het mooi: ‘afwachten wat het zal worden, je weet het nooit bij deze man’. Ty Segall, een begenadigd gitarist, is muzikaal namelijk niet voor één gat te vangen en schrijft veel muziek en neemt die ook voortdurend op. Laten we het gemakshalve onder de noemer gitaarrock plaatsen, want fuzzy gitaren zijn toch overwegend aanwezig. Naar verluidt speelde de band Black Sabbath tijdens de soundcheck en dat deed toch het beste verhopen. De band stelt zich in een halve kring naar elkaar gedraaid op en dat versterkt het groepsgevoel. Gelukkig wordt er ook echt stevig gerockt, in de traditie van classic en stoner rock. Niet voortdurend uitgesponnen passages, maar een strakke en groovende set die ons echt wel kon bekoren – en dat was in het verleden zeker niet altijd het geval. Hier en daar hoorden we echo’s van garage rock en een band als Dinosaur Jr.



Een energiebom ontploft en die draagt de naam Si Cranstoun (Titty Twister)! De Londense zanger heeft een drummer, bassist, gitarist en saxofonist bij en brengt daarmee een formidabele mix van rock ‘n’ roll uit de jaren 50 en 60, soul, rhythm and blues, boogie en ska. Met veel energie, zotte danspasjes en veel expressie in het gezicht zorgt de zanger ervoor dat de bomvolle tent massaal staat te shaken met een grote glimlach op het gezicht. Denk aan heerschappen als Jackie Wilson, Fats Domino, Sam Cooke of Jools Holland’s Rhythm and Blues Orchestra en je krijgt een idee van het muzikale plaatje. Er is maar één klein minpuntje en dat is dat de nummers veelal op hetzelfde ritme swingen, maar het blijft onweerstaanbaar.



De eer is aan The Chats (Main Stage) om deze festivaldag af te sluiten. Het lijkt alsof er 3 eenvoudige, Australische boerenzonen met kattenkwaad in de zin op het podium staan. Deze gasten zijn nog jong maar worden terecht een grote toekomst toegedicht. Het valt meteen op dat er voor het podium ook heel wat jonge bezoekers hebben plaatsgenomen om hun helden van dichtbij te zien en horen. Op zich doet het trio niets nieuws: stevige, voortrazende punkrock waar we soms de invloeden van pubrock en AC/DC ontwaren, maar de heren doen dat gewoon heel goed. Hier gaan we echt nog meer van horen.

 

Dag 3 – Zondag 7 Juli

 

Wanneer we het terrein op wandelen, valt het meteen op dat er vandaag een heel ander publiek aanwezig en dat er sowieso al meer volk is. Deze festivaldag is dan ook volledig uitverkocht en dat lijkt te danken aan de combinatie van enkele straffe namen uit de punk en hardcore scene. 

 

We waren benieuwd naar Black Djangos (Titty Twister), die omschreven worden als psychedelic rock en spooky surf, maar hebben hen helaas gemist. Dan maar Death Lens (Main Stage) nog even meepikken. Ook hier zagen we beloftevolle omschrijvingen en het klopt wel dat de band punkrock met invloeden uit posthardcore en indie rock speelt. Het klonk zeker niet onaardig maar het maakte ook niet echt veel indruk op ons.



Met Lambrini Girls (Titty Twister) stond er een vreemde eend in de bijt (of tent), toch wat de keuze van podium betreft. Want dit is zeker wel een echte Sjock-band: stevige, chaotische Riot Grrl-punk en noise met feministische en queer-thema’s, die zonder enige terughoudendheid verkondigd worden. Dit is zowat de definitie van ‘in your face’.



Bij Dune Rats (Main Stage), een van de vele Aussie-bands dit jaar, is er visueel meteen een sterk contrast. We zien een trio jonge punkrockers met lange haren die onder hun petjes uitkomen. Maar de zanger/gitarist en drummer zien er uit als skaters/surfers, terwijl de aanstekelijk energieke bassist er uit ziet als een stoner met een Spinal Tap-vibe. Alsof twee gasten samen een bandje vormden en een repetitiekot introkken, daar een verwaaid figuur op de zetel zagen liggen en hem dan maar vroegen om mee te komen spelen! De gitarist, die ons voortdurend doet denken aan de jonge Whitfield Crane van Ugly Kid Joe, is de leadzanger maar ook zijn twee kompanen zingen vaak mee en dat geeft hun set een catchy en hoog meezinggehalte. Hoewel zeker niet alle songs even sterk zijn, horen we rammelende gitaren, wat surf-invloeden en toch wat afwisseling in tempo’s en dat houdt het amusant. Net als de vorige dag bij The Chats stellen we vast dat vele jongere fans voor het podium postvatten: punkrock blijft duidelijk de ‘gateway drug’ voor velen naar alle alternatieve muziek.



Als je de band ziet opkomen en de smooth soul intro hoort, verwacht je je niet aan de ongebreidelde energie die Detroit Cobra's (Titty Twister) de tent in blazen. We zien een schijnbaar piepjonge drummer waarvan we ons afvragen of dit zijn vakantiejob is en een coole, groovy bassist. De twee gitaristen daarentegen, een man en een vrouw van ergens in de 50 jaar, zien er eigenlijk uit als leerkrachten geschiedenis. Hey, geen slecht woord over leerkrachten geschiedenis want het zijn vaak onze favorieten geweest maar een hoog rock ‘n’ roll-gehalte kan je hen doorgaans niet toedichten. En dan hebben we het nog niet gehad over de boomlange zanger, die eruit ziet als een kruising tussen Lurch van The Addams Family en Tim Burton maar wel de ziel uit zijn longen zingt en schreeuwt. Wat een heerlijke, rockende, stomende set vol 50’s en 60’s rock en soul krijgen we hier rond de oren gekletst door de vijfkoppige band. We denken aan de befaamde sounds van Motown maar door het hoge volume en tempo zeker ook aan Stax Records – je weet wel: Booker T. & The M.G.’s, Otis Redding, Sam & Dave en Wilson Pickett enzovoort. Uitstekende referenties voor een te gekke, swingende show, waarbij we vergeven dat de muziek en zang soms zo hard gaan dat het wat schel en overstuurd dreigt te klinken en sommigen wat verder naar achter trekken. Wat.Een.Feest!



Intussen nemen de local heroes van The Priceduifkes de Main Stage in. Deze Kempense trots timmert al meer dan 20 jaar lang aan de weg en lijkt recent ook vaker en breder erkenning te krijgen daarvoor. Ze spelen – terecht - op fijne festivals, trokken op tour naar Japan met Equal Idiots en volgend jaar staan ze mooi in de AB! De intro alleen maakt al duidelijk dat fun het codewoord is voor deze punkrockers: een hillbilly country song over ‘a little bit of moonshine’ met ook nog de intussen wereldbefaamde ‘Hawk Tuah girl’ ertussendoor. Het vijftal lokt met zijn catchy songs en strakke set een pak volk naar het podium en krijgt een enthousiaste respons die zelfs niet voor elke headliner weggelegd was.



We verhuizen even later naar de moerassen die Bacon Fat Louis (Bang Bang Stage) eigenhandig naar boven getoverd lijkt te hebben. Het trio speelt zompige, smerige, ‘swamp blues’ en verandert de Kempen even in een groezelige divebar. Eenvoudige maar hamerende drumritmes geven de puls aan, de gierende mondharmonica neemt eigenlijk de plaats in van leadgitaar en de zanger bespeelt verschillende minder conventionele maar prachtige gitaren en tovert er vettige bluesriffs uit. Met een kleine Tina Turner-medley (‘Proud Mary’ en ‘Nutbush City Limits’) krijgen ze iedereen mee! Bij het laatste nummer worden er nog vijf enthousiaste dames uit het publiek gevraagd om mee op het podium te komen dansen en die zorgen voor extra feelgood en entertainment.



The Gories (Titty Twister) is een cult-band en ze worden vaak genoemd als een voorbeeld voor The White Stripes, ook al is de band al een tijd van een duo tot een trio uitgegroeid. We snappen wel waar de vergelijking vandaan komt: een vrouwelijke drummer die de cool van pakweg Kim Gordon uitstraalt en zich ook beperkt tot redelijk basic ritmes en twee gitaristen die beiden vocalen voor hun rekening nemen. De noisy, rammelende, bluesy garage rock klinkt voor ons vaak iets te schreeuwerig en het ontbreekt in onze ogen en oren vooral aan de goede songs en hooks die Jack en Meg White wél wisten te schrijven.



Tijd voor sympathieke punkrock uit Arizona. Authority Zero (Main Stage) gaat in een flinke vaart vooruit, al durven ze het tempo af en toe ook net iets trager te houden om niet als louter skatepunk benoemd te worden. Het viertal brengt het er goed van af en heeft dat deels ook te danken aan de zanger. De man heeft een coole stem, iets minder ‘standaard punkrock’ , maar met een beetje een rauwer randje af en toe.



We kunnen dan wel weer een ‘palate cleanser’ gebruiken, doorgaans een portie voedsel of drank die voedselresten van de tong verwijdert waardoor men een nieuwe smaak nauwkeuriger kan beoordelen. The Sadies (Titty Twister) brengen ons van een skateboard naar een paardentocht in de Far West met hun heerlijke mix van country and western en rock ‘n’ roll. Soms pakt het trio (drum, contrabas, gitaar/zang) zelfs verrassend stevig uit, met hard rockende gitaren. De heerlijke ritmes en typische twang van de gitaren roepen echo’s op van de theme song van Bonanza en ‘Ghost Riders In The Sky’. Yihaa!  


Normaal stond Sick Of It All vandaag op de affiche. Helaas werd er een tumor op de slokdarm gevonden bij zanger Lou Koller en hiervoor moet hij uiteraard meteen intensieve behandeling voor ondergaan. De Europese tour moet dus volledig geannuleerd worden. Daar heeft werkelijk iedereen alle begrip voor. Maar je zal het als festivalorganisatie maar aan de hand hebben, ongeveer 10 dagen voor de start. Hoe vervang je een New York HardCore-legende als SOIA, wetende dat je Agnostic Front een dag eerder al had?

 

Petje af dus dat de best mogelijke vervanger gevonden werd in de vorm van Madball (Main Stage), die andere NHYC-grootheid die bereid werd gevonden om nog een extra dag vast te breien aan hun tour om het grote gat te vullen dat hun broeders achterlaten. We zagen Freddy en co recent nog aan het werk op Among The Angels in Maastricht en wisten dus dat het wel snor zit met de drive van de heren en dat ze live nog altijd ijzersterk zijn. Met klassieke hardcorenummers als ‘Hold It Down’ en ‘Set It Off’, die net als de obligate The Animals-cover ‘It’s My Life’ niet mogen ontbreken, zweep je het publiek moeiteloos op. De moshpit is een en al activiteit en de band moedigt iedereen ook aan om de security aan het werk te zetten. Binnen de kortste keren zien we een zwerm crowdsurfers richting podium gaan. ‘Pride’ wordt opgedrogen aan ‘family, first and foremost’ en ontlokt de man voor ons de krachtterm ‘godmiljaardenondedju’. We hadden het eigenlijk niet beter kunnen samenvatten. ‘Down By Law’ zet nog eens een uitroepteken achter een uitstekende show!

 

Nog meer legenden krijgen we in de vorm van New Bomb Turks (Titty Twister). Wij kunnen en zullen geen enkel verkeerd woord zeggen over de stevige garage punk rock, die het gaspedaal helemaal intrapte en niet meer los liet. Voor de niet-ingewijden is er wel het risico dat het op den duur wat eenvormig gaat klinken.
 

De grote headliner van deze Sjock-editie, die duidelijk ook eigenhandig heel wat volk naar het festival gelokt, was Bad Religion (Main Stage). Intussen is de band zo’n 44 jaar actief en we mogen hen zonder twijfel bestempelen als een van de grootste punkrockbands aller tijden. De band haalt zelf aan dat ze 34 jaar geleden de eerste keer in ons land speelden, in Hasselt meer bepaald. Ze bewijzen vandaag echter dat ze dan wel een hele historiek hebben, maar ook dat ze nog altijd fris en relevant klinken. Ze staken namelijk altijd boven hun concullega’s uit omdat ze betere songs kunnen pennen, het tempo al eens wat durven temperen en - dankzij vocale harmonieën - refreinen hebben die dagen in je hoofd blijven wonen. Met songs als ‘The New Dark Ages’, ‘You’, ‘I Want To Conquer The World’ win je al, en dan moeten sommige klassiekers nog komen. Met onder andere ‘Infected’,  ‘Sorrow’ en ‘21st Century Digital Boy’ komen we aan het einde van de reguliere set. Tijdens bisnummers ‘Punk Rock Song’ en ‘American Jesus’ en het stukje outro ‘The Boys Are Back In Town’ gaat iedereen helemaal loos, inclusief verschillende muzikanten van bands die hier vandaag ook speelden.



Kan je na zo’n headliner nog wel indruk maken? Is dat geen ondankbare taak? Welnee, je kan dat gerust overlaten aan onze landgenoten Fifty Foot Combo (Titty Twister) die een bom van luide, stevig pompende, instrumentale surfrock laten ontploffen in de tent. Met drum, percussie, toetsen, theremin, bas en twee gitaren kan je duidelijk heel veel heerlijk lawaai produceren en het zestal gaat hard vooruit. Pas in het laatste nummer wordt er ook gezongen en dat mag eigenlijk wel vaker gebeuren van ons.

 

Na al die jaren weten ze bij Sjock heel goed waar ze mee bezig zijn en dat bewijst ook de slogan die naast de Main Stage ophangt: ‘Sjock, Rock 'n' roll is here to stay!’. Volgend jaar gewoon opnieuw voor editie nummer 49: shake, rattle and roll.

 

Rev: Joris Smeets

Pics Lise Lynen

 

Full photo report: 

Saturday

Sunday

 

Festival report: Sjock 2024
Festival report: Sjock 2024
Festival report: Sjock 2024
Festival report: Sjock 2024
Festival report: Sjock 2024
Festival report: Sjock 2024
Festival report: Sjock 2024
Festival report: Sjock 2024
Festival report: Sjock 2024
Festival report: Sjock 2024
Festival report: Sjock 2024
Festival report: Sjock 2024
Festival report: Sjock 2024
Festival report: Sjock 2024