Metaldag @ Lokerse Feesten
Het ijzer smeden als het heet is
Dertig graden, geen zuchtje wind en een line-up om in te kaderen. Zo kan de metaldag van Lokerse Feesten 2018 kort samengevat worden. Naar jaarlijkse gewoonte is de eerste zondag van augustus de hoogdag voor liefhebbers van het betere metaalwerk. Zeven formaties traden aan op de Lokerse bühne. Allen met het zelfde doel voor ogen, het ijzer smeden wanneer het heet is. Een makkie zo bleek bij deze temperaturen.
Diablo Blvd. (3,5/5) had de ietwat ondankbare taak om de met mondjesmaat vullende Grote Kaai te prepareren. Alex Agnew had er zoals altijd zin in en slaagde er in om het volle halfuur zijn zwarte jeansvest aan te houden. De gechambreerde metalheads konden de kant-en-klare tracks van de Belgische trots van de dag wel smaken. Rise Like Lions en Black Heart Bleed gingen dan ook als een verfrissende golf over de hoofden van de vroege vogels. Daarna mocht At The Gates (4,5/5) het tweede slot vullen. Misschien had deze Zweedse metalgrootheid van weleer wat later op de avond iets beter gepast, net voor hun genregenoten van Gojira. Toch daalden de oude en nieuwe songs als mokerslagen neer over het publiek. Hun laatste worp hoort dan ook bij het betere afgeleverde werk van 2018. Omstreeks 18u vuurde Jamey Jasta zijn troepen het podium op. Hatebreed (5/5) zorgde als eerste van deze hoogdag voor een gezellige drukte vooraan. Er werd gedwee gesprongen en meegebruld en de moshpits volgden elkaar met de regelmaat van de dubbele basdrum op. Met Proven en Destroy Everything schakelde dit hardcore-genootschap van enthousiaste lieden met gemak nog twee versnellingen hoger. Met als gevolg dat één van onze meegereisde vrienden in alle hevigheid zijn schouder ontwrichtte en vroegtijdig moest afgevoerd worden. Gelukkig kon alles, na enige ontnuchtering, terug op zijn plaats gezet worden. Een pluim voor het verzorgende personeel van de EHBO en het AZ van Lokeren.
Steel Panther (3/5) mocht wat later de grote kleppers inluiden. De gimmick der metalgimmicks had ons twee jaar geleden, met hun beproefd recept van hairmetal en alle vunzige grapjasserij, weggeblazen. Maar na vier albums zit er wat sleet op de geföhnde formule. Desalniettemin blijven we fan en zullen we hen in de toekomst zeker niet links laten liggen. Death To All But Metal is en blijft één van de grootste oorwurmen allertijden. Nadat we de magen gevuld hadden, waren we klaar voor dé metalsensatie van de laatste jaren. Gojira (5/5) kan al een dik decennium op brede aanhang rekenen, maar na Magma (2016) is die nog exponentieel gestegen. Zelfs Rob Halford himself uitte zich via sociale media als fan van deze Fransen. Frontman Joe Duplantier laat het niet om het meeste drieste werk uit hun discografie naar voor te schuiven, afgewisseld met klassiekers als Flying Whales en Stranded. Het heerlijke Vacuity werkte deze overrompelende passage perfect af. Mochten Les Bleus zo voetballen zou dit hun gekelderde populariteit doen heropleven. Uiteindelijk was de grootste schare fans van de dag komen opdagen voor Judas Priest (4/5) Nadat de zon was verdwenen achter de einder kon al wat het daglicht niet mocht zien tevoorschijn komen. Met een kersvers album Firepower onder de arm, dat zowel bij jong en oud op heel wat bijval kon rekenen, vlogen Halford en co huppelend uit de startblokken, voor de gelegenheid gehuld in een zilverkleurige outfit. De review daarover laten we over aan de Jani Kazaltzissen van deze wereld. De Priest-jukebox spuwde classics alsof het niets was. Turbo Lover, Painkiller en Breaking The Law werden in koor meegezongen en deze kranige Britten zorgden voor een oerdegelijk orgelpunt. Brides Of Lucifer mocht voor de overgebleven zielen het metalen dessertbuffet verzorgen met een sorbet van frisse covers.
Tot volgend jaar, Lokeren!
(BG)
(Pics: Lightbox Revelation)