Concertreport: RUIS @ Bockorrock (4,5/5)
Moppen over deze in het oog/oor springende naam laten we bij deze in het struikgewas.
Twee weken na hun allereerste optreden (Rock Beats Cancer, Ledegem) mocht het viertal van RUIS al een tweede keer aantreden. De brede bühne van Bockorrock was deze keer het ideale decor voor dit kakelverse collectief uit eigen streek om zich verder live te ontplooien. Nadat Diesel Junk op het einde van de zomer van 2017 ophield te bestaan bleven Matthias (gitaar), Thomas (basgitaar) en Ben (drums) niet bij de pakken zitten. Er werd een waardig opvolger gezocht om de belangrijke positie van frontman in te vullen. Na wat zoeken werd Roy Silverans (Kolos) met veel vertrouwen aangeworven en voor de micro geposteerd. De benzinetank werd weer gevuld en RUIS was geboren. Moppen over deze in het oog/oor springende naam laten we bij deze in het struikgewas.
RUIS brengt een machtige mix van grunge en hardrock met een glinsterende strik van strakke stoner errond. Het is net of The Queens Of The Stone Age hebben liggen muilen in een Soundgarden met Alice in Chains en dan al stoeiend in een pot Pearl Jam zijn gevallen. Hun sound is misschien niet baanbrekend, maar het rockt harder dan een Noord-Koreaanse raketproef. Na een half jaar repeteren hebben ze al een handvol nieuwe songs die er na twee luisterbeurten live één voor één uitspringen. Ze kunnen met gemak al een setlist van een dik halfuur vullen. Het is wachten op de eerste EP die nu al hoog op ons verlanglijstje staat.
Omstreeks kwart voor drie was het Schouwburgplein nog zo goed als leeg. De helft van Kortrijk moest nog ontwaken na een eerste nacht Sinksenfeesten. Toch zorgden de eerste RUIS-geluiden ervoor dat zich een dertigtal mensen voor het podium verzamelden. Tegen het einde van hun korte passage was dit aantal zeker verdubbeld. Met hun instrumentale opener kan je zo de baan van de legendarische Route 66 op. Ruige riffs bouwden ronkend op naar een eerste bescheiden hoogtepunt. Daarna kwam Roy erbij en volgden twee gebalde vuisten van songs om criticasters, als die er al zouden zijn, meteen de mond te snoeren. Matthias stikte de riffs gedrevener aan elkaar dan een naaister in een zweterige sweatshop in Bangladesh. Ook de backing vocals van Thomas kwamen, naast zijn bevlogen basgesnaar, goed tot hun recht. Maar het waren vooral de laatste twee tracks die de boel afmaakten. Crackhead heeft het hitpotentieel van Open Your Eyes (Guano Apes) en Drifter is even broeierig als Rooster (Alice In Chains). Airplay op de betere Vlaamse radio en een billijk platencontract dringen zich op, me dunkt.
Spread the word, RUIS is here to stay.