Lokerse Feesten 2017
Uitverkochte metaldag Lokerse Feesten
We komen ’s namiddags aan op de Lokerse festivalweide, of parking eerder, op de Metallica rammende cello’s van Apocalyptica. Voor niet-metal vrienden altijd een interessante band om aan te tonen hoe ruim ons genre strijkt. (Strijkt, see what I did there?). Het eerste dat mij opvalt is hoe claustrofobisch veel volk er op elkaar gepakt zit. Zoiets zag ik nog nooit in mijn decennia lange festivalcarrière, en dàt op een metalfeest. Anyway, hier zal ik niet nuchter blijven.
We beginnen het koele gerstenat te nuttigen op de oorlogspercussie van Max & Iggor Cavalera, maar voor mij blijven ze gewoon Sepultura heten. Dumdudum dudum, ROOOOOOOTS, BLOOODY ROOOTS, ja, ‘tis van dat. Ik heb al zin om in bloot bovenlijf met een bijl in het rond te zwaaien.
De oude rotten van Megadeth volgen hierna het pad der vernieling, ‘the symphony of destruction’. Riffs, riffs en nog eens riffs. Voor sommigen harder dan het bruutste vagevuur dat ze ooit zullen aanschouwen, maar mij geeft het een gevoel van rust en nostalgie. Ik drink mijn aardbijencocktail en verorber een broodje pulled porc; kruistochten gaan moeizaam met een lege maag. Niet om een of ander religieus statement te maken, want ik hou van varkentjes, maar op een festival zijn de vegetarische maaltijden nu eenmaal onbetaalbaar. Thuis is het terug hummus en falafel, I promise.
Soit, we zijn hier om over muziek te praten. Maagjes vol, pintjes in de hand, Alice Cooper begint. Toegegeven, ik ben kritisch. Ik zag hem enkele jaren geleden op Graspop al eens en ik ben toen weggegaan van miserie; een theatrale show die meer weghad van zo’n droevige clown die je kan inhuren om ballonnen op te blazen op een kinderfeestje. Hij speelde ook op klaarlichte dag. Het duister is meer zijn cup of tea, zo blijkt, want deze keer speelt hij de wei plat van begin tot eind. Het vuurwerk, het nep-bloed, de reuzenzombie, zijn geënsceneerde onthoofding met een gigantische guillotine, alles klopt. Lekker vuil, ‘80s striptent langs de kant van Route 66, je snapt wat ik bedoel. Zijn nieuwe, pornoblonde gitariste Nita Strauss (eerlijk, hoe veel metalgitaristes ken je? Mijn seksistische Microsoft Word zet zelfs een rode streep onder het woord) is niet alleen bloedheet, maar heeft ook een stevig pak… euhm, solleerwerk in haar vingers. Heerlijk, ik zou ze doen, en er zijn hier een paar duizend mannen het met mij eens. Voor Cooper’s laatste nummer komt Marilyn Manson al even acte de présence doen, verbazend hoe goed oldschool en newschool shockrock hand in hand gaan. Nog een kusje en kniebuiging om af te sluiten…
Nu, the new shit, bijtanken en piske doen, hier gaan we. Het doek valt en daar zit hij, de antichrist superstar, op een gigantische troon in het midden van het podium, zijn podium. Krijsend en met achterover rollende ogen spreekt de zelfverklaarde pale emperor zijn beautiful people toe in een perfect georkestreerde dope show. Ik sta hier te kijken naar wat ooit de meest gehate man van Amerika was, en met albums als smells like children en the golden age of grotesque heeft hij die rol met stijl en gratie ingevuld. Van drugsgebruik (hij houdt niet van de term ‘misbruik’) en beroemde pornosterren neuken tot de grootste modedefilés die de wereld te bieden heeft; we zien hier een professional aan het werk die zijn weerga nog moet kennen. Get your gunn het is tijd voor the fight song. Ik ga de nacht in moshpitten tussen alle andere nobodies op Goe Vur In Den Otto.
Rev: Jules Maeyens Pics: Bianca Lootens